Concertprogramma
1). Uit “Le Carnaval des Animaux”,(1886) Camille Saint- Saëns
(Het Carnaval der Dieren) (1835-1921)
- “Marche Royale du Lion”, (Mars van de Leeuwen)
- “Poules et Coqs”, (Hennen en de hanen)
- “Tortues”, (Schildpadden)
- “Kangourous”, (Kangoeroes)
- “Le Cygne”, (de Zwaan)
Saint-Saëns beeldt in deze compositie een aantal dieren uit. Het zijn voornamelijk de karakteristieke eigenschappen van de dieren die, een beetje spottend maar soms ook zeer treffend, weergegeven worden. Saint-Saëns stond publicatie van het werk tijdens zijn leven niet toe. De reden is waarschijnlijke dat Saint-Saëns een dergelijk satirisch en humorvol stuk niet vond passen bij een componist op het hoogtepunt van zijn carrière. Het werk bleef bijna 30 jaar liggen en werd pas in 1922 voor het eerst uitgegeven. In de loop der tijd won het stuk enorm aan populariteit.
2). Sprookje van Barbar, het kleine olifantje Francis Poulenc
(voor orgel en verteller) (1891-1853)
“Babar, het kleine olifantje” is gebaseerd op de verhalen die de vrouw van Jean de Brunhoff, Cécile Sabouraud, vertelde aan haar zoons voordat zij naar bed gingen. De kinderen waren dol op deze verhaaltje van een kleine olifant die de jungle verliet en op reis ging naar Parijs. Zij vroegen hun vader Jean de Brunhoff, een schilder en schrijver, om er illustraties bij te maken. Het werd een uitgave van een boek dat werd gedrukt in de familie drukkerij. Dit eerste boekje verscheen in 1931. Er werden nog 6 boekjes gemaakt totdat Jean de Brunhoff op 37 jarige leeftijd overleed aan tuberculose. Zijn broer Michel zorgde ervoor dat de laatste twee albums, die waren verschenen in een Engelse krant werden uitgegeven.
De Franse uitgever Hachette kocht later alle rechten en gaf de eerste 7 albums in een miljoenen oplage uit. Na de tweede wereld oorlog begon de zoon van Jean de Brunhoff, Laurent, die ook kunstschilder was geworden met zijn eigen serie van Babar. Zijn Babar had grote gelijkenis met de Babar gecreëerd door zijn vader. Hij hield op deze manier het gedachte goed van zijn vader en de herinneringen aan zijn gelukkige kinderjaren in leven. Op basis van het werk van Laurent werden animatiefilmpjes gemaakt. Tussen 1989 en 1991 werden 65 afleveringen uitgebracht. In 2000 werden er nog 13 afleveringen gemaakt.
De muziek van Poulenc is gebaseerd op het eerste boekje van Jean de Brunhoff.
Curriculum Vitae
Peter Beijersbergen (verteller), studeerde schoolmuziek en koordirectie aan het Haags conservatorium. Hij is werkzaam als dirigent/ organist van de Bartholomeuskerk te Nootdorp en is als vakleerkracht muziek verbonden aan de St. Jozefschool in Nootdorp.
Petra Veenswijk (orgel), studeerde orgel, clavecimbel en kerkmuziek in Rotterdam en Parijs. In 1991 behaalde zij in Parijs de Prix d´Excellence voor orgel. Zij is een bekend orgelsoliste in binnen- en buitenland, en geeft jaarlijks vele concerten, lezingen en is als jurylid actief op concoursen. Sinds 1987 is zij werkzaam als dirigente/ organiste aan de Maria van Jessekerk te Delft. Zij nam verschillende CD´s op.
Achtergrond
Camille Saint-Saëns was één van de belangrijkste componisten van de 19de eeuw (hoofdzakelijk bekend van zijn symfonieën en opera´s). Wat betreft orgelcomposities sprak de Franse romantieke smaak van die tijd hem niet erg aan; hij bleef strikt vasthouden aan de klassieke vorm principes. Zijn composities kenmerken zich door een grote duidelijkheid in stemvoeringen, elegantie en ze zijn zeer melodieus. Het orgelspel van Saint-Saëns werd door tijdgenoten zeer gewaardeerd.
Francis Poulenc werd in 1891 geboren als telg uit een industriële familie. Reeds op jonge leeftijd kreeg hij pianoles van zijn moeder, die een begaafd pianiste was. Toen hij 15 à 16 jaar oud was, kreeg hij pianolessen van Ricardo Viñes, een vriend van Claude Debussy en Maurice Ravel. Poulenc behoorde tot de “Groupe des Six”.
Als componist was Poulenc vrijwel autodidact, al genoot hij enkele jaren compositie-aanwijzingen van Charles Koechlin. Van Poulenc wordt gezegd dat hij nieuwe melodieën wist te maken in een tijd waarin men van mening was dat er op dat terrein weinig nieuws meer te ontwikkelen was. Zijn composities zijn sterk op de melodie gericht. Hij houdt daarbij steeds vast aan de tonaliteit. Poulenc schreef werken in allerlei muzikale genres.
Het pianowerk over “Babar, de olifant” schreef hij in 1945. Het verhaal wil dat de componist wat zat te improviseren aan de piano toen zijn nichtje binnenkwam, het verhaal van Babar op zijn lessenaar zette en vroeg of hij er wat bij wou spelen. Poulenc improviseerde er muziek bij en had er zoveel plezier in dat hij het later opschreef.
De bewerking voor orgel is gemaakt door Petra Veenswijk.